THAILAND

Thailand: uit traditie diepgelovig, tolerant en charmant

De Thaise cultuur bestaat uit finesse, een eeuwige glimlach en een schitterend arsenaal aan intense geuren en kleuren. Een bestemming met vele gezichten die de ware reiziger gelukkig maakt. Thailand is een zonovergoten droomland met exotische tempels, levendige markten, magnifieke jungles en ontelbare – vaak paradijselijk – tropische stranden. Regenwouden in het zuiden, uitgestrekte rijstvelden in de centrale vlakte en uitlopers van de Himalaya in het noorden zorgen voor een ongelooflijke verscheidenheid aan flora en fauna. Dan is er nog de overweldigende indruk die Bangkok maakt: urban jungle en wereldstad. En natuurlijk de verrukkelijke Thaise keuken die bekend staat als een van de beste en meest gevarieerde ter wereld: gezond, kruidig en redelijk licht.

Praktische informatie

  • Oppervlakte
    513.115 m2, 14x Nederland
  • Taal
    Thai, beetje Engels in toeristische plaatsen
  • Klimaat
    tropisch
  • Beste reistijd
    oktober/november – februari
  • Geld
    Baht
  • Tijdsverschil
    winter 6 uur later, zomer 5 uur later

Hoogtepunten van Thailand

Zinderend Bangkok

‘Stad der Engelen’ noemen de Thai hun hoofdstad. En ondanks de miljoenen inwoners, drukke markten, wolkenkrabber-hoge hotels naast sierlijke tempels, een bloeiende industrie, een nooit eindigende, meestal stilstaande verkeersstroom en meer grootstedelijke hectiek, heeft de Thaise hoofdstad zijn geliefde tradities en onvergetelijke charmes bewaard. In het broeierige stadsleven zijn traditie en moderniteit in één oogopslag te vangen.

Bangkok is letterlijk én figuurlijk het centrum van Koninkrijk Thailand. Gesticht in 1782 door koning Rama I is het van het schilderachtige dorpje aan de rivier Chao Phraya uitgegroeid tot een wereldstad die zijn weerga nauwelijks kent. De stad is zonder twijfel het geestelijke, culturele, politieke, commerciële, educatieve en diplomatieke hart van Thailand.

En het hart van dit hart bezoeken is een absolute must, want daar ligt het schitterende Grote Paleis. Een der oudste gebouwen, uit 1783, herbergt onder vijf over elkaar geplaatste puntdaken de eerste kroningshal van de Chakkri-heerser. Hier staan nog de zwarte en met parelmoer versierde troon van Rama I, een tweede troonzetel en het bed van de koning. Van de vier verdere paleizen van de koningsresidentie, is het ‘grote paleis van de Chakkri-dynastie’ de meest indrukwekkende en architectonisch meest curieuze. Britse architecten bouwden het in 1876 als een soort renaissance-kasteel, maar overkapten alles in Thaise stijl met over elkaar geplaatste puntdaken.

Het aangrenzende religieuze kwartier Wat Phra Keo, ‘klooster van de smaragden boeddha’, behoort tot de meest indrukwekkende getuigenissen van Thaise tempelbouwkunst.

In een rechthoekige hal met blauw-gouden buitenwanden staat het heiligste symbool van het koninkrijk op een elf meter hoge sokkel, de Boeddha van smaragd. Het is een 66 centimeter groot, uit één stuk jade gesneden beeld, het meest vereerde van Thailand. Elke inwoner van Thailand wil graag een keer in zijn leven een offer aan dit beeld brengen. Koning Rama I verklaarde het beeldje in 1784 tot beschermheilige van de Chakkri-dynastie. Om het beeldje niet bloot te laten staan, maakte men voor hem gouden, met edelstenen bezette gewaden. Drie maal per jaar wisselt de beschermheilige de kleren!

De tempel van de (vergulde) liggende Boeddha (What Po) grenst aan het Grand Palace. Met een lengte van 46 meter en een hoogte van 15 meter mogen we gerust spreken van een indrukwekkend beeld. De What Po is het oudste en grootste tempelcomplex van Bangkok.

Ook de Wat Arun, ‘tempel van de zonsopgang’,  aan de oever van de Chao Phraya is met zijn centrale pagode van 79 meter een bezoek waard. Deze tempel is het symbool van de stad Bangkok. Chao Phraya is de levensader van Bangkok. Het meest traditionele Bangkok is aan de oevers ervan te vinden. Elke verkenning begint met een boottocht over de brede stroom en de khlongs, een wirwar van kanalen en grachten waarlangs de oude stadswijken groeiden.

Zeker ’s avonds, tegen zonsondergang, bij een tochtje met een traditionele Thaise longtail boot op de Chrao Phraya is het een adembenemend gezicht om de zon te zien reflecteren in de daken van de tempels, die ze omtovert tot gouden spiegels. Dat is bijna – haast letterlijk – oogverblindend mooi, daar word je stil van! Datzelfde overkomt je eigenlijk als je vóór zo’n tempel staat; wat een imponerende architectuur, ongelooflijk hoeveel creativiteit en ambachtelijk vakmanschap er in de bouw van deze tempels is gestoken. Een tempel – in Thailand ‘wat’ geheten – is trouwens meer dan alleen een religieus gebouw. Vaak hoort er een klooster bij, maar er worden ook feesten en markten bij gehouden. Een wat vormt op die manier het middelpunt van de gemeenschap. En Thailand beschikt over heel veel wats. Alleen al in Bangkok 300!

Naast alle wonderschone bezienswaardigheden is Bangkok natuurlijk ook een winkelparadijs zonder weerga. Sukhumvit Road speelt in dat kader een hoofdrol met ‘malls’ als het peperdure Gayson en het iets minder prijzige Emporium, maar buiten het stadscentrum liggen ook grote winkelcentra als Central BangNa en Seacon Square. En uiteraard kent Bangkok een bloeiend nachtleven. Voor farangs (blanke buitenlanders) concentreert zich dat op drie kleine gebieden, met namen als Nana, Soi Cowboy en Patpong.

Dagtochten vanuit Bangkok

‘Floating Market’

Een bezoek aan de originele drijvende markt in Damnern Saduak is een lust voor de ogen (maar inmiddels wel erg toeristisch). De handel op het water is bijzonder boeiend om te zien en u zult genieten van de bedrijvigheid, terwijl u vaart tussen de markkooplieden.

Ancient City

Thailand in het klein, niet op Madurodam formaat, maar een gigantisch park waar de beroemdste tempels van heel Thailand zijn nagebouwd en herbouwd. Het noemt zichzelf het grootste openluchtmuseum ter wereld. Je kunt het doorkruisen op huurfietsen of met een busje.

Noord-Thailand: ongerepte jungle, koningssteden en bergvolkeren

Een uurtje vliegen, zevenhonderd kilometer noordwaarts, brengt u van de stedelijke jungle naar de echte, de drukte van Bangkok achterlatend. Chiang Mai, de tweede stad van Thailand, is de ideale uitvalsbasis voor de ontdekking van het interessante noorden. Chiang Mai wordt om zijn schoonheid, vooral van de omgeving, de ‘Roos van het noorden’, genoemd. Deze ‘roos’ wordt omringd door bergen en een nog vrij onherbergzame jungle, waarin oude koningssteden, tempels en fascinerende bergvolkeren de drie hoogtepunten van de regio vormen. Het uitgaansleven is er een stuk minder hectisch dan in bijvoorbeeld Bangkok of Pattaya. Het is ook letterlijk koeler dankzij de hoge ligging van de stad, dat voor een deel nog oude stadsmuren bezit en een gigantisch aantal tempels herbergt: binnen de muren van de oude stad alleen al 35, daarbuiten nog eens meer dan 80!

Wanneer u fietst langs de verkeersvrije oever van de Ping-rivier hoeft u maar de arm uit steken om de rijkdom aan rijpe bananen, kokosnoten, papaja’s en mango’s te plukken. Het meest in het oog springend zijn de huizen langs de rivier, die op hoge palen staan. De paalwoningen beschermen tegen overstromingen en op de grond levend ongedierte.

Het noordelijk grensgebied met Birma is het land van de ‘hilltribes’. Deze bergvolkeren vestigden zich hier gedurende de laatste drie eeuwen en hun aantal wordt op enkele honderdduizenden geschat. De relatie tussen de Thaise regering en deze tribes is op zijn zachtst gezegd stroef. Eeuwenlang kenden deze traditionele volkeren een nomadenbestaan, maar rondtrekken wordt nu door de regering verboden. De officiële lezing luidt dat deze stammen zich met het verbouwen van opium inlieten en hun brandcultuur steeds meer stukken regenwoud in de as legde. Een andere reden, waar de meeste Thai over zwijgen, is te vinden in de aanwezigheid van het van de djatiboom afkomstige teakhout, begeerd in het westen en dus lucratief.

Ayutthaya, de fraaie oude hoofdstad

Vier eeuwen geleden was deze stad de hoofdstad van het Koninkrijk Siam. Nog steeds zijn meerdere dagen nodig om alle ruïnes te bekijken. Hoe fraai moet Ayutthaya er drie eeuwen geleden uit hebben gezien. De machtige hoofdstad van destijds, met tal van schitterende paleizen en tempels, bedoeld om Boeddha te eren en bezoekers te imponeren. Totdat de Birmezen in 1769 de stad veroverden, grotendeels sloopten en alle kostbare onderdelen mee naar huisnamen. Ayutthaya is nog steeds een cultuurhistorisch eldorado, zeker voor liefhebbers van tempels en ruïnes. Ayutthaya is in feite het tegenovergestelde van Bangkok: Bangkok is druk, chaotisch, commercieel en vol, terwijl Ayutthaya – op nog geen 100 kilometer van de hoofdstad – een serene, verstilde en uiterst rustige indruk maakt.

Brug over de River Kwai

Kanchanaburi is, met de brug over de River Kwai, een bijzondere plek. In deze paradijselijke omgeving zijn in de Tweede Wereldoorlog vele duizenden krijgsgevangenen gestorven bij de aanleg van de Birma-spoorweg en de brug over de River Kwai. De (eerste) houten brug is verdwenen; de stalen brug uit 1944 – na de oorlog gerepareerd – ligt er nog. En over de ‘dodenspoorweg’ rijden nog steeds treinen, al zijn deze doorgaans gevuld met toeristen. In Kanchanaburi, op 130 kilometer van Bangkok, is veel te vinden dat aan deze duistere periode herinnert: oorlogsmusea en een uitgestrekte begraafplaats voor de 7000 geallieerde gevangenen, die de aanleg van de spoorlijn en brug niet hebben overleefd. Kanchanaburi is ook verder de moeite waard, al is het alleen al om op een groot vlot de rivier af te zakken.

Op de heen- of terugweg van Bangkok naar of van Kanchanaburi is een bezoek aan Nakhon Pathom bijna onvermijdelijk. Hier staat de beroemde stoepa/chedi (grote stenen koepeltoren) Phra Phatom, met een hoogte van 120 meter en een diameter van 230 de grootste ter wereld en het grootste boeddhistische heiligdom van Thailand. Het monument is in eerste instantie gebouwd in de zesde eeuw, maar rond 1850 door koning Mongkut in de huidige uitvoering gebracht.

 

‘Bountystranden’

Hua Hin, de koninklijke badplaats

Hua Hin is een badplaats in de traditionele zin van het woord. Fraaie, witte stranden en een leuk stadje. Hier bevindt zich het koninklijk verblijf. Koning Rama VII had het in de jaren twintig goed gezien toen hij in Hua Hin een fraai zomerpaleis liet bouwen. Zijn komst werd gevolgd door de Thaise elite en als gevolg van de strenge regels in en rond Hua Hin is het nog steeds een upmarket traditionele badplaats. Heel anders dan Pattaya, waar alles kan en mag. In Hua Hin en Cha Am zijn waterscooters en gogo-bars bijvoorbeeld verboden.

Cha Am is nog rustiger dan Hua Hin. Het is zalig relaxen op de rustige boulevard, van het schitterende strand gescheiden door een rij pijnbomen. En u kunt er heerlijk genieten van vis en/of schaaldieren – zó vers dat ze bijna van het bord afspringen – in de vele restaurantjes aan de vissershaven.

Hua Hin heeft iets meer van een grotere stad. De vele houten huizen doen echter nog steeds een beetje dorps aan. Ook hier witte zandstranden, een vissershaven en restaurantjes op palen boven de zee. Hua Hin heeft een aantrekkelijke avondmarkt waar het eveneens goed toeven én eten is. Beslist de moeite waard is een bezoek aan het authentieke houten stationnetje, met een opmerkelijke koninklijke wachtkamer.

Pattaya

Het nachtleven van Pattaya is beroemd én berucht. Ook overdag valt in deze badplaats genoeg te beleven. U kunt bijvoorbeeld naar Mini Siam, het Madurodam van Thailand, het Olifantendorp of het museum van de flessenkunst. En alle soorten sport zijn hier mogelijk: golf, tennis, squash, karting, motorracen, schieten, paardrijden, zeilen, windsurfen, vissen, parasailen, duiken en nog veel meer.

U kunt natuurlijk ook kiezen voor de veel rustiger ‘buren’ als Chonburi, Jomtien en Rayong. Met name Jomtien Beach, even ten zuiden van Pattaya, biedt veel rust.

Phuket, Patong Beach

Een van de meest bekende strandbestemmingen in Thailand, een heuvelachtig schiereiland met een grillige rotskust en mooie zandstranden. Patong Beach is een mondaine badplaats met een levendig centrum, duikscholen en een bruisend uitgaansleven.

Krabi

Het zuiden van Thailand heeft prachtige stranden, een altijd warme zee, wonderbaarlijke koraalriffen en mooie vissersdorpen.

Koh Samui

Mooie baaien, witte zandstranden, kristalhelder water, tezamen met de lokale Thaise charme, vissersdorpjes en kokosnootplantages, maken dit eiland tot een heerlijke relax-bestemming.

Thailand biedt nog veel meer badplaatsen, zoals Koh Pha Ngan, ook wel het party eiland genoemd vanwege de maandelijkse dansfestijnen die hier worden gehouden, Koh Phi Phi, met prachtige stranden omzoomd door palmen en grillig gevormde kalksteenrotsen, Koh Samet met een mooi binnenland waar u de gibbons kunt horen krijsen en reuzevlinders voorbij ziet fladderen, Koh Tao, het kleine zusje van Koh Samui met nog geen 800 inwoners, Kao Lak op het vasteland vlak boven het eiland Phuket, de alternatieve bestemming voor reizigers die de drukte van Phuket willen ontlopen en de stranden van Ko Chang, de nieuwe upmarket bestemming van Thailand, met een binnenland dat nog voornamelijk uit oerwoud bestaat.

Nationale parken

Thailand heeft meer dan 100 nationale parken, maar de meeste bezoekers komen toch naar Erawan National Park, 65 kilometer van de provinciehoofdstad. Hier ligt de waterval-in-zeven-etages, maar dan moet het wel geregend hebben. Fotogeniek én lekker om in te zwemmen. Maar ook een bezoek aan de andere parken, zoals Khao Yai, Khao Sok, Sai Yok, Tham Than Lot, Srinagang, Saraburi is zeker de moeite waard. U bent er in de echte jungle, inclusief wilde beesten, zoals olifanten, beren en apen, fraaie grotten, kleurige vogels en een schitterende natuur.

Speciale activiteiten

In Thailand valt veel te zien en te beleven. U kunt fietsen door Bangkok, maar ook in Ayutthaya en het noorden van Thailand door het boerenland rond Chiang Mai.

Of een dinnercruise maken op de rivier met een antieke rijstbark, een boottocht op de Mekong en bamboeraften. Maar ook overnachten in een boomhut in de jungle, een cursus Thais koken of een verblijf in een olifantenkamp.

BEVOLKING & GODSDIENST

Bevolking

De inwoners van Thailand zijn afstammelingen van de vele volkeren die hier vanuit alle windstreken neerstreken. De huidige bevolking bestaat voor ca. 80% uit de Thai, die uit Zuidwest-China afkomstig zijn en in de 13e eeuw naar Thailand trokken.

De belangrijkste minderheidsgroep wordt gevormd door de ca. zes miljoen Chinezen (Sino-Thai), die een aanzienlijk aandeel hebben in handel-, bank- en transportwezen. De meesten bezitten echter de Thaise nationaliteit en zijn zonder veel problemen in de Thaise cultuur geïntegreerd.

In de gebergten in het noorden woont een aantal zogenaamde bergvolken (verzamelnaam ‘Chao Khao’ of ‘hilltribes’), zoals de Karen, Meo, Yao, Lawa, Lahu, Lisu en Akha. Ze wonen in het gebied dat de Gouden Driehoek wordt genoemd, de ruige streek waar Thailand, Laos en Myanmar samenkomen. Ze maken maar ca. 1-1,5% (500.000-800.000 mensen) van de totale bevolking van Thailand uit, maar vallen door hun taal, religie en kleding het meeste op en zijn het minst geïntegreerd. De bergvolkeren zijn verdeeld over 3500 dorpen in een vijftiental provincies.

Oorspronkelijk waren het animisten, maar de meesten zijn door missionarissen gekerstend en anderen hebben zich bekeerd tot het boeddhisme. Het gebied is ook bekend geworden door de verbouw van papaver, de plant waar opium van gemaakt wordt. Op dit moment probeert de regering hen met redelijk veel succes ertoe te bewegen andere producten dan papaver te verbouwen.

In het dicht beboste berggebied van de provincie Mae Hong Son in het noorden van Thailand woont een bijzondere groep, de Padong. Ze zijn verwant aan de Karen en pas sinds de jaren vijftig aanwezig in dit gebied. Ze zijn vooral bekend door de zogenaamde giraf-vrouwen of long-necks, die tegenwoordig meer gezien worden als een toeristische attractie en in die zin vaak uitgebuit worden. Aan de andere kant is toerisme hun enige bron van inkomsten, omdat ze als vluchtelingen niet het recht hebben om landbouwactiviteiten te ontplooien.

In Zuid-Thailand leven nog enkele kleine bevolkingsgroepen, zoals de Ngo’s en de Chao Lae (‘mensen van de zee’) of Chanam, die ook wel bekend staan als zeezigeuners. Ze leven van de visvangst en van de verkoop van kostbare schelpen. Ze hebben een eigen taal en een animistisch geloof. De Thaise regering beschouwd ze niet als burgers en ze hebben daarom geen politieke rechten en geen gewaarborgde veiligheid.

Geloof

Er wonen ca. 63 miljoenen mensen in Thailand. Daarvan is de overgrote meerderheid (theravada) boeddhist. Dat de Thai een godsdienstig volk zijn, wordt snel duidelijk als je in hun land bent: zie de vele prachtige tempels en de overal in het straatbeeld voorkomende gladgeschoren monniken in hun oranje gewaden. Niet minder dan 95% van de Thai is boeddhist, het overgrote deel ook écht diepgelovig, de godsdienst is een sterk bindend element in de Thaise samenleving.

De Thai belijden het zogeheten theravada boeddhisme, een vorm van religie die nog duidelijk animistische (animisme is het geloof dat ook levenloze voorwerpen een ziel hebben) trekken vertoont. Er wordt ondermeer geloofd in het bestaan van demonen. Weken na de tsunami trokken monniken uit Bagdad naar Phuket om daar de kust van geesten van overledenen te zuiveren. Het doel van het boeddhisme is het bereiken van het nirvana, een toestand van zielenrust die kan worden bereikt door het vergaren van verdiensten tijdens een lange cyclus van dood en wedergeboorte. De Thai nemen hun religie buitengewoon serieus, ze verwachten – terecht – dat buitenlanders daar respect voor tonen. Vrijwel het gehele culturele en openbare leven wordt er door beheerst. Principes als tolerantie en onbevooroordeeldheid zijn daarbij essentieel en men legt grote nadruk op de heiligheid van familie, vrienden en sociale harmonie.

Een Thaise man moet minstens een keer in zijn leven de saffraankleurige monnikspij aantrekken. Hij leeft dan samen met andere mannen het sobere bestaan van een ‘bhikku’ (‘bedelmonnik’) in een soort kloostergemeenschap (‘sangha’), waarvan er zo’n 32.000 bestaan. Hun tijd brengen ze er door met lezen of het voordragen van heilige teksten en het onderhouden van het klooster en de tempel. Andere gelovigen staan in voor de dagelijkse benodigdheden van de monniken. De mannen mogen zelf bepalen hoe lang ze in het klooster blijven.

Het totale aantal boeddhabeelden in Thailand wordt geschat op meer dan vijf miljoen. Oude religieuze geschriften bevatten strikte voorschriften voor afbeeldingen van Boeddha. Deze moesten 32 primaire en 80 secundaire kenmerken vertonen en hebben vier basishoudingen: staand, zittend, lopend of liggend.

Het Thaise boeddhisme vertoont een grote mate van tolerantie ten opzichte van andere godsdiensten. Het boeddhisme is ook niet de enige godsdienst van Thailand. Ook vormen van animisme of geestenverering zijn bewaard gebleven en hebben hun plaats gekregen binnen het boeddhisme. De meeste Thai geloven nog altijd in de krachten van het bovennatuurlijke en zijn ervan overtuigd dat deze verweven zijn met het dagelijkse leven. Tatoeages, amuletten, toekomstvoorspellers en sjamanen spelen nog steeds een belangrijke rol in het dagelijkse leven. Ook wordt de geest die over de woning waakt nog steeds door vrijwel alle Thai vereerd. De wereld van de Thai is vol met phii’, geesten waar huisjes voor moeten worden gebouwd, zodat zij geen onheil zullen stichten. Het maakt dan niet uit of deze nu klein en eenvoudig als vogelhuisjes zijn of metershoog en even fraai als een tempel. Er brandt altijd wierook, er staan verse bloemen en er ligt voedsel.

Thailand telt meer dan drie miljoen moslims, voornamelijk onder de Maleiers in de zuidelijke provincies Satun, Pattani, Yala, Narathiwat, Phuket, Krabi, Trang en Songkhla.

Het christendom (overwegend rooms-katholiek) is vooral vertegenwoordigd onder de inwoners van Chinese afkomst.

Neem contact met ons op

Stuur ons een e-mail en u ontvangt binnen 24 uur een antwoord op uw vraag.

Not readable? Change text. captcha txt

Start typing and press Enter to search