GHANA

Ghana: één van de meest vriendelijke landen van Afrika

Ghana is het Afrika van de Afrikanen. Niet het Afrika van de toeristen met luxe lodges en keurig onderhouden wildparken. In veel gebieden van Ghana leven de mensen er nog zoals ze altijd al hebben geleefd. Ze wonen met de gehele familie in lemen hutten. Ghana is een van de meest vriendelijke en vredige landen van Afrika. Ghana staat bekend om haar bijzondere culturele erfgoed, rijke geschiedenis, tradities en kunst en schilderachtige landschappen. De etnische groeperingen in Ghana koesteren hun cultuur. Mensen die Ghana bezoeken raken betoverd door de fascinerende culturele ervaring die het verleden en het heden koppelt.

Praktische informatie

  • Oppervlakte
    238.533, ca. 6x Nederland
  • Taal
    Engels is de officiële taal, Twi
  • Klimaat
    Tropisch, 21-32 gr.
  • Beste reistijd
    december t/m februari, eventueel juli en augustus
  • Geld
    Cedi
  • Tijdsverschil
    In zomer +2, in winter +1

Hoogtepunten van Ghana

Grote variatie aan landschappen

Ghana biedt een prachtige mix van historisch interessante plaatsen, heerlijke stranden, boeiende culturen van de verschillende etnische groeperingen, relaxte vissersdorpen en een grote variatie aan landschappen, van savanne tot regenwoud. Een van Afrika’s belangrijkste slavenforten is hier te bezoeken, Elmina Castle. Een confronterend bezoek! Leuker is het bezoek aan Kumasi, de oude hoofdstad van het Ashanti-koninkrijk, vroeger een van de machtigste beschavingen van Afrika. De huidige Ashanti-koning, Osei Tutu II, is nog steeds een zeer gezaghebbend figuur in Ghana. De Ashantis zijn meesters in de goudsmeedkunst, het gieten in brons en het houtsnijden.
Ghana is ook een voorloper op gebied van ecotoerisme, waar de natuurlijke rijkdom op een verantwoorde manier wordt uitgebaat in samenwerking met de plaatselijke bevolking. Kom kennismaken met het land van de lach en de gastvrijheid. Het land dat je direct het gevoel geeft welkom te zijn.

De hoofdstad Accra

Accra is een miljoenenstad en tevens het economisch centrum van het land. Er zijn vele musea en kunstgaleries, maar ook op de talloze kleine marktjes in de stad worden veel handgemaakte souvenirs verkocht. Een van de bezienswaardigheden in Accra is het Nationaal Museum. Deze heeft een uitgebreide collectie, waarin onder andere de slavenhandel en het koloniale verleden van Ghana wordt behandeld. Ook wordt er ingegaan op de eigen Ghanese cultuur en die van haar voorgangers, met name het Ashanti-volk en de traditionele koningen. De grootste markt in Accra is de Makola-markt. Daar is bijna alles wel te vinden wat u zoekt. Minder druk, maar wel een aanrader is de Kanesi-markt en de Osu-nachtmarkt.

De residentie van het staatshoofd is sinds de jaren twintig het Osu Castle, (het vroegere Fort Christiansborg). Dit fort werd in 1659 door de Denen gebouwd. Vanuit dit fort werd gehandeld in slaven en goud. Accra heeft een aantal historische monumenten, zoals het Kwame Nkrumah Mausoleum, de tombe van de eerste president en het plein voor de onafhankelijkheid met de triomfboog.

In de omgeving van Accra ligt de nieuwe havenstad Tema met een grote vissersvloot en een moderne industriezone. In het noordwesten van Accra ligt het Shai-Hills Resource Reserve, een beschermd natuurpark van ca. 50 km2 met veel wilde dieren. Het is een mooi gebied met steile kliffen en rotsachtige heuvels. In de heuvels zijn een aantal grotten, waaronder de Saye Bat grot, die gedurende de slavernij door de Shai werd gebruikt als woonplaats. Behalve groot wild zijn er ook veel vogelsoorten, ca. 175, reptielen en honderden soorten vlinders.

Eveneens dichtbij Accra, op ca. een uur rijden, zijn de botanische tuinen van Aburi met een grote collectie aan prachtige tropische planten en een schitterende palmbonenlaan. Er zijn vaak ook veel vogels en vlinders.

De prachtige Ashanti-cultuur & Bloemenstad Kumasi

Ashanti is de derde grootste regio na de Nothern regio en Brong Ahafo. De hoofdstad van deze regio heeft de naam Kumasi, de tweede stad van Ghana. Ashanti is het district van het ooit machtige Ashanti koninkrijk. Dit koninkrijk is opgericht door koning Osei-Tutu de 1ste. De culturele invloeden van het Ashanti koninkrijk strekten zich ver buiten de Ghanese grenzen uit. De Ashanti koning wordt nog steeds gezien als de spirituele leider van de Ashanti regio. De thuisbasis van de Ashanti koning bevindt zich in Kumasi. De Ashanti worden geregeerd door hun vorst – de Ashantehene – en kennen naast de landelijke wetten en rechtspraak eigen rechtsregels en jurisdictie. De Ashantehene resideert niet vanuit een fauteuil, maar vanaf een gouden stoel.

Verreweg het grootste deel van de tijd staat deze Golden Stool, zoals de fauteuil heet, binnen in een donkere kamer. De Gouden Stoel is zo heilig dat zelfs de koning er niet op mag plaatsnemen. De zetel zou de kracht van het Asante volk in zich herbergen en een geschenk uit de hemel zijn. In het paleis hangt wel een foto van de stoel. Ook is er een namaakmodel dat de Asante aan de Britse kolonisatoren gaven toen die om de heilige stoel vroegen. Om twee redenen staat deze bijzondere stoel in Kumasi. Ten eerste zetelt de koning van het Asante, de Asantehene, al sinds 1695 in Kumasi. Zijn macht is tegenwoordig echter vooral symbolisch. Ten tweede is Kumasi een belangrijk centrum voor de goudwinning in Ghana. De stad is door de omringende goudmijnen ook altijd relatief welvarend geweest. Tegenwoordig verdient de bevolking van Kumasi haar geld echter vooral met de productie van cacao en de export van tropisch hardhout.

De oude stad Kumasi centreert zich rond het Britse fort dat het verwoeste paleis van de Asantehene verving in 1896. Het centrum is dichtbevolkt, druk en chaotisch. De nieuwere buitenwijken doen opener aan. Met een doordacht stratenplan, parken en meer rust. Hier kunt u dus even bijkomen en genieten van de bloemenperken waarom Kumasi bekend staat. De stad heet ook wel de Garden City.

Kumasi is een vrij moderne stad. Toch zie je ook overal het traditionele Afrika terug. Misschien nog wel het meest op de Kejetia markt, een van de grootste markten van West-Afrika. Duizenden handelaren verkopen hier zij aan zij hun producten. Geen houtsnijwerkjes voor toeristen, maar ijzer, plastic, eten en alle andere dagelijkse benodigdheden voor gewone Ghanezen. Niet echt de markt dus om souvenirs te shoppen. Maar wel de uitgelezen plek om authentieke Ghanese cultuur op te snuiven. Een van de meest fascinerende delen van de markt is de kleding- en schoenmakersectie.

Een andere bezienswaardigheid is het Manhyia Paleismuseum, de officiële residentie van de Ashanti monarchie en het oude paleis dat nu een museum is. Als u hier bent op Akwasidae (wordt elke 42 dagen gevierd), dan zult u de koning van Ashanti zien (Ashantehene). U krijgt hier een goed beeld van de traditionele Afrikaanse democratie als u de binnenplaats bezoekt. De vergaderingen zijn open voor het publiek.

Ook het Centrum van Nationale Cultuur is een bezoek waard. Dit centrum is ontstaan vanuit de behoefte om de Ghanese cultuur en die van de Ashanti te behouden en tentoon te stellen. In het centrum kun je onder andere zien hoe op traditionele wijze drums, standbeelden en kleurige kente-doeken worden gemaakt.
De Ashanti zijn zich, ondanks de inkrimping van hun aantal, erg bewust van hun afkomst. Bij een sterfgeval in de familie dragen velen traditionele zwart-witte doeken en veel jongeren bewegen volgens de Ashanti-dans. Maar dat wordt volgens Adjei, directeur van het Centrum, steeds minder.
Kumasi is ook de geboorteplaats van oud-secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan. Annan won in 2001 met de Verenigde Naties de Nobelprijs voor de Vrede.

In de omgeving van Kumasi is het heilige en zuivere meer – het grootste en diepste kratermeer van het land- Bosumtwi te vinden, de goudmijnen van Obuasi en het Bobiri Forest Reserve. Dit oorspronkelijk bos heeft vele vlinders, bijna 400 verschillende soorten, en is ook een uitstekende plaats voor vogelliefhebbers. Ook zijn er enorm grote bomen en andere fraaie flora te bewonderen en kunt u leren over het medicinale gebruik hiervan.

Bijzonder boeiend om te bezoeken zijn de omliggende nijverheidsdorpen. Adanwomase staat bekend om zijn Kente Cloth (nwentoma) een soort geweven kleden waar soms ook kleding van wordt gemaakt. U leert hier over de geschiedenis, de vervaardiging van Kente en krijgt de kans om zelf een stuk Kente te maken. Het maken van Kente is zeer complex en is ook een symbool geworden voor de Ghanese en Afrikaanse Diaspora. De kleren worden gedragen door de koninklijke familie, tijdens traditionele ceremonies en bij geboorte, trouwerij en begrafenissen. De designs hebben specifieke namen en betekenissen gerelateerd aan culturele waarden en historische gebeurtenissen.

In Adanwomase kunt u ook een bezoek brengen aan de Chief’s Palace, de traditionele healers shrine, het eerste huis van Adanwomase, cacao plantages en een bos-heiligdom. U ziet wellicht ook een drum- en dansgezelschap en ervaart ‘story telling’. Ntonso Adinkra is een textielstadje, dat bekend staat om het vervaardigen van traditionele begrafeniskleding, Adinkra genaamd, dat ‘vaarwel’ betekent. U zult zien hoe houten stempels in de vorm van Andrinka symbolen in zwarte natuurlijke verf van boomschors worden gedoopt om repen stoffen te decoreren. Ahwiaa is het dorp dat bekend staat om het maken van houtsnijwerk van onder meer vruchtbaarheidspoppen.

Upper West: het gebied van de Lobi’s & nijlpaarden

Wa is de hoofdstad van de Upper West Regio en dat is het gebied van de Lobi’s en de nijlpaarden. De Lobi’s komen uit Burkina Faso. Zij zijn naar Ghana geëmigreerd vanwege de goede handel op de lokale markten en ook vanwege een stammenconflict. The Black Volta rivier is de grens tussen Ghana en Burkina Faso en is slecht 1 km weg. Deze nabijheid maakt het voor mensen aan beide zijden van de rivier makkelijk om naar de andere kant te gaan om hun waren te verhandelen en dat gebeurt dan ook al eeuwen. De cultuur en tradities van de Lobi zijn nog steeds intact en nauwelijks veranderd door invloeden van buitenaf. Zo dragen sommige (oude) vrouwen nog steeds een traditionele lip-pin, hoewel je dat nog maar sporadisch ziet. De voorouderverering speelt een belangrijke rol bij de Lobi’s. Elke familie heeft een eigen offerplaats waar kippen of ander gevogelte op wordt geofferd ter bescherming tegen het kwaad. In Wa is ook het vervallen paleis van de huidige Chief te bezoeken, gemaakt van leem en takken.

In Wechiau kunt u tevens een traditionele kano een rivier-safari maken om de beschermde nijlpaarden langs de mooie Black Volta rivier te zien.

Daboya, een fugu-weefdorp

Daboya is het bekendste fugu-weefdorp van Ghana. Bijna alle bewoners van Daboya houden zich op de één of andere manier met de productie bezig. Het garen wordt geverfd met speciale plantenextracten en as zodat het de mooie indigoblauwe of zwarte kleur krijgt. De stof wordt gedragen in het dagelijkse leven en bij ceremoniële aangelegenheden, net zoals kente. Op verschillende plaatsen ziet u jongens en mannen fugu weven. Het weven is toch vooral een mannenberoep. Van de lange stroken met strepen maken anderen de traditionele hemden.

In Daboya woont een regiochief en op de begraafplaats liggen veel van zijn gerespecteerde voorouders. Het is een relaxed dorp om doorheen te lopen. Auto’s blijven aan de andere kant van de White Volta River. Het oude Daboya is geheel en al leem en riet, met compounds dicht bij elkaar. De moskee behoort tot de oudste van Ghana. Het nieuwere deel van Daboya is ruimer van opzet met golfplaat op het dak. Overal lopen geitjes. U krijgt hier uitleg over alle aspecten van het fugu-productieproces. Alleen al die verschillende kleurveranderingen tijdens het kleuren zijn een belevenis op zich.

Nog meer boeiende uitstapjes

Vaar over de White Volta River langs vogels en vissers in een handgemaakte kano. Bezoek ook vooral de zoutwinning. Aan een strand bij de (zoetwater) rivier winnen de dorpsbewoners zout. Dit kan onderdeel zijn van de kanotocht.

Huiveringwekkende forten

Ghana staat bekend om haar slavenforten. De beroemdste staan in de aan elkaar grenzende kustplaatsen Elmina en Cape Coast. Miljoenen Afrikanen werden hier als ratten gevangen gehouden, mensonterend. Op overvolle schepen voeren ze daarna levenslange dwangarbeid tegemoet in Amerika of de Caraïben.

In Ghana staan op een kuststrook van 500 km liefst 37 slavenforten, iedere 15 km een fort. Ze werden gebouwd door de grote Europese zeemachten en kregen namen mee als Friedensborg, Vredeskasteel. De meeste dateren uit de 17e eeuw, sommige zijn nog ouder. En een enkel fort is nog in gebruik. Zo is de residentie van de Ghanese president gevestigd in voormalig slavenfort Osu Castle, in Accra.

Elmina Castle is het oudste Europese gebouw in sub-Sahara Afrika en dateert van lang voor het begin van de slavenhandel, die duurde grofweg van 1650 tot 1850. Columbus bezocht het fort nog voor zijn beroemde Amerika-reis. De Portugezen bouwden het fort in 1482 en noemden het aanvankelijk Sao Jorge Da Mina, vrij vertaald: Sint Joris van de Mijn, een verwijzing naar het goud waarvan West-Afrika vandaag de dag nog steeds bulkt. Niet voor niets werd Ghana in de 19e eeuw de Goudkust genoemd. In dit fort zijn de kerkers en strafcellen die door de Nederlanders werden gebruikt nog te bezichtigen. De ruimte waar de slaven voorheen geveild werden is nu een klein museum geworden.

Het Cape Coast Castle is groter en verkeert in betere staat dan Elmina Castle. Elk jaar bezoeken duizenden toeristen dit fort, onder wie veel Afro-Amerikanen. Zo ook Barack Obama in 2009. In het museum van het fort zijn onder meer indrukwekkende foto’s te zien van Martin Luther King, Stevie Wonder en Bob Marley.

Zweven boven de jungle & Safari’s

Het Kakum National Park is één van de weinige stukken regenwoud in Ghana dat voor boskap behoed is gebleven. Via loopbruggen zie je het oerwoud van bovenaf. Je loopt op een touwbrug van boomtop naar boomtop, op dertig meter hoogte in het Kakum National Park. In de diepte ligt een groene deken. Kakum heeft een schitterende vegetatie en honderden vlindersoorten en ook vele vogelsoorten. Een wandeling in groepsverband is aan te raden. Je krijgt dan een gids mee die je veel kan vertellen over de waarde van het regenwoud. De wandeling maakt Kakum een waar monument voor het behoud van tropisch regenwoud.

Het Mole National Park is één van de populairste safariplekken van Ghana, een gebied van 5000 km2, het grootste natuurreservaat van het land. Het park ontstond in 1958 en in 1971 werd het officieel als national park aangemerkt. Het savannelandschap leent zich vooral goed voor wandelsafari’s. Glooiend, met hier en daar een wat steilere helling. Net te nat om een echte savanne te zijn, veel droger dan de tropische zuidkust van Ghana. Dé plek in het West-Afrikaanse land voor een safaritour. Toch heeft de doorgewinterde safaririjder in Mole niet zo gek veel te zoeken. Er zijn veel minder wilde dieren dan in de bekende safarilanden als Tanzania, Kenia en Botswana. En van de ‘Big Five’ ontbreekt de neushoorn. Mole is safari light zeggen cynici daarom. Iets minder spannend, maar daardoor niet per definitie minder leuk weerleggen liefhebbers van het park. En sterker nog, wie een prachtige olifantenfoto zoekt, doet er juist goed aan naar Mole af te reizen. De olifantenpopulatie is zeer dicht in het park. De grijze kolossen staan er bovendien om bekend zich in Mole bovengemiddeld vaak langs de weg op te houden. Ze lijken met liefde te poseren voor de foto. Het grote voordeel van het savannelandschap in Mole is dat er relatief weinig begroeiing is waarachter dieren zich kunnen verschuilen.
Mognori Eco Village is een gemeenschap die leeft van eco-toerisme vlakbij het Mole National Park. De Mognori leven in de natuur en maken gebruik van lokale materialen voor het bouwen van hun huizen. Ook het eten en drinken komt van organische bronnen uit het dorp. U kunt vanuit hier een kanosafari maken op de Mognori river in het Mole National Park. Tevens kunt u verschillende, eeuwenoude, culturele activiteiten aanschouwen en er zelfs aan meedoen. Bijvoorbeeld het bereiden van eten en dranken, de “Pito’, en het beroemde ‘sheabutter’. U heeft ook kans om hier kennis te maken met de medicijnman en een Fulani familie. Tevens kunt u een wandeling maken en zien hoe het in dorp allemaal in zijn werk gaat en kennismaken met hun cultuur en tradities.

Behalve in Mole National Park zijn er meer plekken om dieren te zien. In het Boabeng Fiema National Park zijn heilige apen in en rond het dorp te bewonderen. Er is zelfs een apenkerkhof. Dit is een voorbeeld van ‘community-based’ natuurbescherming. Al sinds mensenheugnis beschermen de dorpsbewoners uit Boabeng en Fiema de zwart-witte colobusapen en de mona-apen die in het omringende woud leven. In 1975 werd een wet uitgevaardigd die de mensen verbood om de apen schade toe te brengen.

Ook in het Tafi-Atome Sanctuary hebben de dorpelingen een beschermingsprogramma opgericht voor de Mona-apen.

Zwarte Volta: een van de grootste kunstmatige meren ter wereld

In het midden van Ghana, bij de samenkomst van de Witte en de Zwarte Volta, begint het enorme Voltameer. Dit meer is een van de grootste door mensenhanden gecreëerde meren in de wereld. Het ‘Lake Volta’ ontstond na de totstandkoming van de Akosombo-dam in 1966. De dam ligt op ongeveer 85 kilometer uit de kust bij het gelijknamige stadje Akosombo. Bijna zeshonderd dorpen en stadjes moesten worden verplaatst om het groeiende meer ruimte te geven. Tachtigduizend mensen moesten op zoek naar een andere woonplaats. Op het meer zijn diverse watersportactiviteiten mogelijk zoals kanoën. Ook kan een cruise worden gemaakt op de rivier de Volta en kunt u de Volta/Akosombo dam bezoeken.
De Volta Region vormt de grens van Ghana met Togo. Het is de enig echt heuvelachtige regio. Hier bevindt zich Ghana’s hoogste top namelijk Mount Afadjato met een hoogte van 885 meter. De Volta Region begint aan de kust met stranden in het zuiden en gaat via vochtige regenwouden door tot aan de droge savanne in het noorden. Reizigers die deze regio doorkruisen, kunnen alle aspecten van het tropische klimaat van West-Afrika beleven. Hohoe is een stadje dat bekend is als een centrum van kruidengeneeskunde.

Stranden: goudgeel, en met palmbomen

Ghana heeft volop goudgele stranden, onder meer bij Busua, waar de mooie Atlantische kust met palmbomen en schelpen heel paradijselijk overkomt. In de buurt, op ca. 5 km, ligt het visserdorpje Dixcove dat ook een bezoek waard is.

Nzulezu: dorp op palen

Nzuzeluzu werd zo’n 500 jaar geleden gesticht op het jungle-gebied van Lake Amansuri. Het is nu een klein vissersdorpje met ongeveer 600 inwoners dat geheel gebouwd is op palen. De ongeveerd 24 huizen zijn gebouwd van hout en raffia. Vrijwel alles wat hier gebeurt, vindt plaats op of boven het water, zoals koken, werken, spelen en scholing. De enige manier om er te komen is dan ook per kano, een uur varen door een schitterend natuurgebied.

BEVOLKING & GODSDIENST

Inwoners
In Ghana leven bijna 24 miljoen mensen die verdeeld zijn over meer dan 20 stammen. De bevolking van Ghana bestaat voor 98,5 % uit zwarte afrikanen. De belangrijkste stammen zijn: Akan 44%, Moshi-Dagomba 16%, Ewe 13%, Ga 8%, Gurma 3%, Yoruba 1%. Europeanen en overigen vormen 1,5 % van de bevolking. De grootste groep is de Akan die weer onder te verdelen is in andere groepen zoals de Ashanti en de Fanti. De Ghanese hoofdstad Accra bevindt zich in het district Greater Accra. De grootste regio is de Nothern regio. De Ashanti regio is er een met een grote en rijke historie.

De Ashanti vormen de grootste etnische groep in Ghana. Bijna de helft van de Ghanezen behoort hiertoe. Voor de komst van de Europeanen was het Ashanti-rijk zelfs het grootste van West-Afrika. De Ashanti zijn een volk in het zuiden van het huidige Ghana, de vroegere Britse kolonie Goudkust. Voor de Europese kolonisatie was het Ashanti-rijk een belangrijke staat in West-Afrika dat zijn rijkdom vooral te danken had aan de grote goudvoorraden in de regio. De Ashanti staan ook bekend als goede goudsmeden.
In de 18e en 19e eeuw namen de Ashanti ook deel aan de slavenhandel. Ze namen leden van andere stammen gevangen en verkochten hen door aan Europese slavenhandelaars, vaak in ruil voor vuurwapens. De slaven werden vanaf de West-Afrikaanse kust verscheept naar de Nieuwe Wereld. De slavenhandel werd stopgezet in de eerste helft van de 19e eeuw. De Ashanti voerden ook vier oorlogen tegen de Britse kolonisator, maar in 1900 onderwierp de Ashanti-koning zich aan het Britse gezag.

Ghanezen hechten sterk aan hun traditie en daardoor blijven ook oude gebruiken intact. De Ashanti, die in het centrum van het land wonen, hebben het meest van hun gebruiken bewaard. In en rond de stad Kumasi zijn tal van herinneringen te vinden aan hun gouden eeuw van de 18e tot het begin van de 19e eeuw.

Maar ook in andere steden is cultuur kleurrijk aanwezig. Overal tref je handwerk zoals weven, vlechten, pottenbakken of hout bewerken aan. Traditionele muziek bestaat vooral in de vorm van percussie. Een meer moderne vorm van dansmuziek is het zogenoemde ‘highlife-stijl’.

Godsdienst
Ghana bestaat uit tien regio’s. De tien regio’s zijn; Ashanti, Brong Ahafo, Central, Eastern, Greater Accra, Nothern, Upper East, Upper West, Volta en Western. Alle regio’s zijn weer verdeeld in kleinere districten, in totaal zijn er 138 districten. In bijna alle regio’s is het grootste gedeelte van de bevolking christelijk. Behalve in de Nothern en de Upper East Regio. In de Nothern regio is het grootste gedeelte van de bevolking moslim en in de Upper East regio komt de traditionele religie het meest voor.
The Nothern Region is de grootste regio van Ghana. Tamale is de hoofdstad van deze regio. De islam is de meest belijden religie in deze regio, 50% van de mensen is Moslim. De christenen die in de meeste regio’s overheersen kunnen in deze regio als de derde religieuze groep gezien worden. In de Nothern regio zijn ook vele oude moskeeën te zien. Sommige moskeeën zijn zelfs nog in de dertiende eeuw gebouwd.

Neem contact met ons op

Stuur ons een e-mail en u ontvangt binnen 24 uur een antwoord op uw vraag.

Not readable? Change text. captcha txt

Start typing and press Enter to search