Het groene hart van Afrika! Waar bijna alles anders is dan in andere Afrikaanse landen: heel groen – zeker een bepaald deel wordt het Zwitserland van Afrika genoemd – veel water, hele aangename temperaturen en natuurlijk… de aanwezigheid van de berggorilla’s! Vele activiteiten zijn mogelijk: raften, bergbeklimmen en natuurlijk ‘bushtracks’. Jarenlang was Oeganda de meest populaire bestemming op het Afrikaanse continent. Hoewel het wildleven aanzienlijk verminderde, heeft het nog steeds de magie en allure voor zelfs de meest verwende reiziger. En het is een waar vogelparadijs, met meer dan 1000 verschillende soorten vogels!
Het Bwindi Impenetrable National Park is gelegen in het zuidwesten van Oeganda op de rand van het Western Rift Valley (Albertine Rift) en ligt in de streken Kanungu, Kabale en Kisoro. Het park is 325 km2 groot en is voornamelijk bekend om zijn grote populatie aan gorilla’s. Van de bijna 700 berggorilla’s die nu nog bestaan, leeft bijna de helft in dit Oegandese park. Naast de berggorilla’s, waarvoor de meeste toeristen naar dit park komen, zijn er ook 346 verschillende soorten vogels en maar liefst meer dan 200 soorten vlinders te vinden. Van de grote aantallen groepen gorilla’s mogen er per dag maar enkele groepen gorilla’s worden bezocht door toeristen. Om de gorilla’s zo min mogelijk te storen in hun dagelijks leven, mag elke groep per dag maar één maal gedurende een periode van één uur bezocht worden door maximaal 8 bezoekers.
In het park leeft de Mubare groep. Een groep van tien gorilla’s en een zilverrug (de leider van de groep). Deze groep was in 1993 de eerste groep waarbij toeristen onder begeleiding werden toegelaten. Een grotere groep, de Habinyanja groep, van 18 gorilla’s en een zilverrug, werd vijf jaar later geopend voor bezoek. In 2002 werd de Rushegura groep met tien gorilla’s en een zilverrug voor de toeristen toegankelijk en in 2004 is de nieuwste groep, de Nkuringo groep met maar liefst negentien gorilla’s en twee zilverruggen voor toeristen geopend.
Ondanks dat er momenteel meer groepen open zijn voor ecotoerisme zijn de dieren slechts beperkt toegankelijk. De beschikbare tijd moet verdeeld worden over alle toeristen van de gehele wereld die de dieren willen bezoeken (en dat worden er steeds meer!) en daarom is het belangrijk om ruim op tijd een plaats te reserveren. Naast het bezoek aan de gorilla’s, welke de belangrijkste activiteit in het park is, zijn er andere, aantrekkelijke activiteiten. Zo zijn er verschillende Nature Walks. U kunt op vier verschillende, prachtige routes door het park wandelingen maken en op zoek gaan naar de dieren.
Het grootste nationale park van Oeganda, 3893 km2, gelegen in het noordwesten, beschermt een omvangrijke wilde savannne, die door de machtige Nijl in tweeën gedeeld wordt. Het park is genoemd naar de spectaculaire Murchison watervallen, waar de grootste rivier ter wereld via een nauwe doorgang 43 meter naar beneden valt. Dit is een enorme, indrukwekkende waterexplosie, een van de krachtigste ter wereld! In het park zijn grote aantallen buffels, olifanten, giraffen en een grote variëteit aan antilopen te vinden die u tijdens gamedrives vrijwel zeker zult zien. Ook leeuwen worden regelmatig waargenomen. In het zuidoosten ligt Rabonga Forest waar zich chimpansees bevinden en andere regenwouddieren.
In de Nijl leeft een van Afrika’s dichtste populaties nijlpaarden en krokodillen en een enorme diversiteit aan vogels, waaronder de bijzondere schoensnavelreiger, die hier het beste van nabij gezien kan worden. Tijdens een bootsafari op de Nijl zult u zeker grote aantallen nijlpaarden en krokodillen aantreffen en veelal in het water spelende olifanten, zoals u zelden ergens anders heeft gezien.
Queens, zoals het park kortweg wordt genoemd, beschikt over een biodiversiteit waar weinig andere wildreservaten aan kunnen tippen: open savannes, dichte regenwouden, papyrus moerassen, kratermeren en het weidse Edward Meer. Alleen al om de natuur is het park dus een bezoek meer dan waard. Daarin leven echter ca. 100 zoogdieren en maar liefst 606 verschillende vogelsoorten, die het park tot een waar safari-paradijs maken. Ook hier weer veel olifanten en nijlpaarden en de typerende Oeganda kob. Zowel tijdens de gamedrive als de boottocht op het Kazingakanaal zult u veel dieren zien. In de afgelegen Ishasha sector leven zelfs de bijzondere boomklimmende leeuwen, die vrijwel nergens anders voorkomen. In het Kyambura ravijn leven ook chimpansees en het Maramagambo Forest herbergt vele aapsoorten en vogels. In de kratermeren treft u vaak flamingo’s aan. Het park is bijna 2000 km2 en ligt in het zuidwesten, in de buurt van Kasese.
Het meest toegankelijie regenwoud van Oeganda wordt bewoond door maar liefst dertien primaatsoorten, inclusief de zeldzame rode colobus en de bijzondere l’Hoest’s aap. De hoofdattractie van het park is echter de ‘chimpansee-tracking’, de chimpansees staan het dichtst bij de mens en het is een waar genot hun capriolen van zo dichtbij in hun eigen leefomgeving te aanschouwen. In het park is een prima netwerk van paden en u zult daarbij tevens genieten van prachtige vlinders en vogels. Met veel geluk ziet u misschien ook wel de schuwe woudbos-olifant, die kleiner en hariger is dan zijn soortgenoot op de savanne. Ook zijn er buffels, verschillende antiloopsoorten en reuze woudzwijnen aanwezig. Het park ligt in het westen van Oeganda en is bijna 800 km2.
Dit afgelegen park van 1436 km2, in het noordoosten aan de Soedanese grens, is een van Afrika’s laatste grote wildernisgebieden. Een ruige savanne zonder wegen, gedomineerd door de 2750 meter hoge berg Morungole en doorsneden door de rivieren Kidepo en Narus. De regenval gedurende het hele jaar maakt Kidepo tot een oase in de halfwoestijn: niet minder dan 86 zoogdieren, waarvan 28 nergens anders in Oeganda te zien zijn en bijna 500 verschillende vogelsoorten zijn hier te bewonderen. Er zijn vooral veel roofdieren; niet alleen leeuwen, luipaarden en cheeta’s maar ook prachtige vossen met vleermuisachtige oren en hyena-achtige aardwolven. Onder de vele antiloopsoorten bevinden zich de majestueuze grote kudu en de beisa oryx. Behalve het maken van indrukwekkende safari’s is het vooral het fascinerende gevoel van verlatenheid dat dit stuk wild Afrika van andere gebieden onderscheidt. En nog niet ontdekt door het massatoerisme.
Elgon is een 4321 meter hoge uitgedoofde vulkaan die in prehistorische tijden hoger was dan de Kilimanjaro vandaag de dag. Hoewel de berg gedeeltelijk in Kenia ligt, bevindt de hoogste top, de Wagagai, zich in Oeganda en kan die het beste van de Oegandese zijde beklommen worden. Elgon is een belangrijk stroomgebied en op de hellingen zijn verschillende vegetatiezones, van het dieper gelegen gebergtewoud tot de hoge open heides met de bijzondere reuzelobelia. Het indrukwekkende landschap is de hoofdattractie voor de beklimmers van deze weinig bezochte berg, maar er zijn ook veel dieren, zoals de bos-apen, kleine antilopen, olifanten en buffels. En maar liefst 300 soorten vogels die nergens anders in Oeganda voorkomen. Andere attracties zijn spectaculaire grotten met oude grotschilderingen vlakbij het beginpunt bij Budadiri en warmwaterbronnen in de krater.
De 120 km Rwenzori bergketen wordt beschouwd als de legendarische met sneeuw bedekte ‘Bergen van de Maan’ die Ptolemy (vroegere Egyptische koning) heeft beschreven in 150AD. Met een hoogte van 5109 meter is het de hoogste bergketen van Afrika, alleen door de vrijstaande bergen Kilimanjaro en Mount Kenya overtroffen. De kenmerkende gletsjerpieken kunnen van mijlenver worden aanschouwd, maar de hellingen van meer dan 1600 meter zijn alleen voor de echte klimmers, die de Rwenzori als de meest uitdagende van heel Afrika beschouwen. Een enorme variëteit aan grote zoogdieren leeft in de onderste regionen, maar de Rwenzori is vooral beroemd vanwege het majestueuze landschap en de gevarieerde vegetatie. De klim gaat door regenwoud met vele apen en vogels, vervolgens door hoog bamboewoud, waarna men in het weidse heidelandschap aankomt met de vele bizarre lobelia’s. Je bent omgeven door zwarte rotsen en witte sneeuw waardoor je je op de set van een science-fiction film waant.
Mgahinga is een klein park van ca. 39 km2 in het verre zuidwesten, tegen de grens van Rwanda en Congo, met een keten van zes uitgedoofde en drie sporadisch actieve vulkanen. Ook hier is gorilla-tracking de meest populaire bezigheid. Er leven nog ca. 300 van de zeldzame berggorilla’s in de Virungas.
Semliki National Park, ca. 220 km2, ligt in het westen en is vooral interessant voor vogelliefhebbers met 40 voornamelijk uit Congo afkomstige soorten die nergens anders in Oeganda kunnen worden gezien. Maar er zijn ook olifanten, chimpansees. pygmee-antilopen en nog veel meer wild. Het is gelegen in de Semliki vallei, waar ook de Sempaya Hot Springs zich bevinden.
Semliki Wildlife Reserve, dat voorheen het Toro Game Reserve heette, ligt tussen het Albert Meer en het Rwenzori gebergte, met vele soorten wild.
Lake Mburo National Park, in het zuiden, niet ver van Kampala, heeft een heel andere fauna dan de andere parken en reservaten. Het is de beste plaats om de enorme eland-antiloop te zien, evenals zebra’s, topi’s, impala’s en verschillende acacia-geassocieerde vogels. De vijf meren in het park trekken veel nijlpaarden, krokodillen en watervogels aan.
Katonga Wildlife Reserve, centraal gelegen en ca. 200 km ten westen van Kampala, is 210 km2 groot. Dit park kan het best te voet en per kano worden ontdekt. Er zijn ca. 40 zoogdier- en 150 vogelsoorten. Het makkelijkst te zien zijn de olifant, waterbok, colobus aap en rivierotter. Het is een van de beste plekken in Afrika om de moeilijk vindbare sitatunga te kunnen spotten, een semi-waterantilope die vooral in de moerassen voorkomt.
Er leven bijna 30 miljoen mensen in Oeganda, voornamelijk in het zuiden en westen van het land. Ca. 85% van de mensen leeft op het platteland. Oeganda is een van de meest heterogene landen in de wereld, er worden meer dan 33 verschillende etnische talen gesproken in de verschillende delen van het land. Er zijn meer dan 30 etnische groeperingen die verdeeld kunnen worden in 4 taalgroepen: de Bantu, Atekerin, Luo en Soedanen. De naam Oeganda komt van het oude koninkrijk “Buganda”.
Ongeveer 50% van de bevolking behoort tot de Bantu, zij leven in het zuidelijk deel van het land. Circa 15 etnische groeperingen spreken Bantu.
De Atekerin, die ook wel Para-Niloten, Lango of Nilo-Hamites worden genoemd, leven in het noorden, oosten en noord-oosten van Oeganda. Zij komen uit Ethiopië.
De Luo komen uit het zuiden van Sudan en wonen nu in de West-Nijl, noord en oost Oeganda.
Ook de Sudanen komen uit Sudan en wonen nu in de West-Nijl. Hun taal en cultuur is drastisch veranderd en zij hebben nauwelijks of geen banden meer met hun land van oorsprong, Sudan.
Oeganda heeft enorme culturele veranderingen ondergaan door kolonisatie, verbeterde transport- en communicatiemiddelen, urbanisatie, onderwijs en religieuze invloeden. De Arabieren brachten bijvoorbeeld de islam en de Europeanen het christendom. Daarvoor was Oeganda’s religie gebaseerd op voorouders, hekserij en het aanbidden van idolen.
Mannelijke besnijdenis is uniek bij de Bagisu (Bantu). De Bagisu zijn zeer bijgelovig en voor de besnijdenis wordt de jongen aangeduid als een kruid genaamd ‘idyanyi’. Besnijdenissen worden alleen in schrikkeljaren gedaan en dan twee keer. Iedere jongen moet het ritueel uitvoeren voor hij de pubertijd bereikt. Voor de dag van besnijdenis, lopen de jongens rond en dansen gedurende drie dagen. Hun hoofden worden besprenkeld met cassave sap en hun gezichten ingesmeerd met ‘malwa’, gerstenbier. Men gelooft dat een jongen na besnijdenis een echte man wordt, een ‘Mugisu’.
De Karimojong wonen in het noordoosten van Oeganda en behoren tot de Atekerin. Zij zijn herders en hebben een intensieve liefde voor hun vee. Het bezit van vee is een teken van rijkdom en nodig om de bruidsschat te betalen. Tot op de dag vandaag vinden er vee-roven plaats, vooral tussen de Karimojong en hun Keniaanse buren. Veel van deze krijgers hebben hun speren ingeruild voor geweren. Sommige Karimojong hebben hun traditionele levenswijze opgegeven en zijn landbouwers geworden, maar anderen zijn nog steeds jagers en zijn verhuisd van de droge vlaktes naar de bergen.
Veel verwesterde Oegandezen schamen zich voor de Karimojong, die soms halfnaakt rondlopen en beschouwen hun als ‘achtergebleven’. Zij zijn een van de weinige volken die zich nauwelijks door het ‘westen’ hebben laten beïnvloeden en hun eigen cultuur hebben behouden.
Ook de pygmeeën, die in Oeganda bestaan uit de Bambuti en Batwa stammen, zijn traditioneel jagers en hebben een nomadische levensstijl. Zij hebben verbanden met de pygmeeën in Congo, de Koikoi San in Zuid-Afrika en de Ndorobo in Kenia. In de loop der jaren is hun manier van leven echter veranderd, waarschijnlijk vooral omdat er geen mogelijkheden meer waren voor jagen en verzamelen. Hun leven bestaat nu vaak uit bedelen en werken voor andere stammen, zoals de Bahutu en Batutsi.
De Bambuti leven in west Oeganda, in het tropisch woud van de Congo-rivier Basin. Hun taal is het Kanambuti, dat erg complex is en heel moeilijk om te leren. Hun gemiddelde lengte is 1,5 meter en ze hebben een lichtbruine huidskleur en krullend, wollig, haar. Ze dragen kleding van boomschors en riemen en hangers van koper, maar soms lopen ze ook (bijna) naakt rond. Hun hutten zijn gemaakt van bladeren en gras met hele kleine openingen waar je kruipend door naar binnen moet. Zij leiden een nomadisch bestaan, dus deze hutten zijn tijdelijke woningen.
Het merendeel van de Oegandezen is christen met bijna een gelijke verdeling van katholieken en protestanten. Onderweg zult u enorm veel kerken tegenkomen, ook veel voor de Zevende-dag adventisten. Ca. 15% is gematigd moslim en een hele kleine minderheid hangt natuurgodsdiensten aan en is animist of hindoeïst.