Namibië, het spektakel van de natuur biedt zijn gasten méér dan ze verwachten. Allereerst is daar natuurlijk de onafzienbare vlakte van de Namib, een woestijn in superlatieven, namelijk de oudste met de hoogste zandduinen ter wereld. Bovendien nog prachtig oranje gekleurd! Maar ook de machtige branding van de wilde Atlantische Oceaan, het eigenzinnige licht met alle betoverende kleuren, de adembenemende pracht van de bloementapijten, de één na grootste canyon ter wereld, rijzige bergmassieven, de rijkdom aan dier- en plantensoorten, de zilveren schemering van het savannelandschap, groene oasen…De creativiteit van de natuur kende in Namibië geen grenzen. Daarom wordt deze caleidoscoop van natuurpracht ook wel ‘de diamant van Afrika’ genoemd.
Door de uitbundige wildlife, tezamen met de weidsheid, de kleuren, de stilte en de eeuwigheid van het landschap, maakt Namibië een onuitwisbare indruk. Maar zeker ook door de etnische groepen, waarbij een ontmoeting met de Himba’s misschien wel het meest fascinerend is aan een reis naar Namibië.
De jongste Afrikaanse staat heeft zijn naam te danken aan de Namib woestijn. De Namib woestijn is een woestijn die gemiddeld ca. 100 km breed en ongeveer 2000 km lang is. In deze woestijn kunt u ‘s werelds hoogste duinen vinden, in Sossusvlei tot 300 meter hoog! Hier de zon zien opkomen vormt een van de hoogtepunten van het verblijf in Namibië omdat de zandbergen dan vlammend rood kleuren. Dit is een moment dat ze het mooist zijn, met een kant nog zwart in de schaduw. Als een gigantische golf in een zee van zand doemt ‘Duin 45’ op. Prachtig gevormd door de wind met ogenschijnlijk messcherpe vlakten. Is Sossusvlei al indrukwekkend, het wordt nog mooier wanneer u te voet een tocht door de duinen maakt naar het droog gevallen meer ‘Dead Vlei’. Lopend in deze symfonie van rood zand, met het zachte geluid van wind en vogels om u heen, maakt dat u zich heel nietig voelt in deze overweldigende natuur.
Dead Vlei oogt bizar en surrealistisch. Bijna zwarte bomen die al honderden jaren dood zijn, contrasteren hier met de witte zoutpan en de omliggende vlammende duinen. Aan de rand ligt ‘Big Daddy’, een duin van bijna 300 meter hoog en een ‘must’ om te beklimmen, een pittige klim door het mulle zand. Eenmaal boven krijgt u het gevoel dat u verdrinkt in een zee van eindeloos rood golvende duinen zover het oog reikt, het is alsof u naar een levensecht schilderwerk staart. De warme tinten van het zand, variërend van abrikooskleurig tot oranje en rood, contrasteren met de verblindend witte oppervlaktes van opgedroogde meren van klei en met het hogere groengele helmgras aan de voet van de duinen. Omdat de sterke zeewind het zand continu verplaatst, spreekt men ook wel van de wandelende duinen.
De flora en fauna in het gebied hebben zich aangepast aan de extreme droogte. Een unieke plantensoort in de Namib is de Welwitschia mirabilis, die 500 tot 600 jaar oud kan worden. Deze vormt een meterslange penwortel om voedsel uit de grond te halen. De bladeren kronkelen als taaie slangen over de grond. Grote delen van de woestijn zijn verklaard tot natuurgebied. Namib-Naukluft Park is een park in centraal Namibië. In dit grootste nationale park van Afrika komen schijnbare tegenstellingen samen. Een goudgele zandzee raakt de grijs-zwarte kiezelvlakte en witte zoutpannen. De abrikooskleurige duinen vormen een interessant contrast met de blauw-groene lagunes.
Met ruim 23.000 km2 is Etosha Afrika’s grootste wildpark, gelegen in het noorden van Namibië. Hier ziet u allerlei wilde dieren zoals zwarte neushoorns, honderden giraffes, kuddes van meer dan 1000 zebra’s en antilopen, gnoes en de echte koning van Afrika; de olifant. De waterplaatsen zijn de beste plekken om leeuwen, luipaarden, olifanten en neushoorns te zien, vooral bij zonsopgang en zonsondergang. Twee van de drie kampen hebben een verlichte waterplaats waar ik in 2000 drie neushoorns bij elkaar gezien heb. Als u op uw reis in Namibië alleen maar in Etosha bent geweest, is uw reis al geslaagd!
In Etosha bent u er altijd van verzekerd dat u veel wild zult zien. Van de 114 soorten zoogdieren is er een aantal zeer zeldzaam en bedreigd, zoals de zwarte neushoorn, cheeta en ‘black-faced’ impala. De olifanten staan bekend als ‘De Reuzen van Etosha’ en zijn de grootste in Afrika. Antilopen bepalen samen met de zebra’s, gnoes en giraffen een herkenbaar beeld in het park. U heeft dus kans al het grote wild te spotten. Het park is goed zelf te bereizen, maar onder begeleiding van professionele gidsen komt u nog dichter bij het wild en leert u veel over de leefwijze van de dieren.
Omdat het park zo groot is, heeft u hier ook grote kans dat u dieren kunt observeren zonder andere toeristen te zien. Alleen bij de waterplaatsen waar de dieren drinken is het vaak wat drukker, maar absoluut niet storend. Aan de rand van de rustkampen ligt net buiten de omheining een waterpoel die ’s nachts wordt verlicht. Het is een bijzondere ervaring om na zonsondergang een uurtje bij die waterpoel door te brengen. Er gebeurt altijd wel iets: links loopt een grote olifant weg die net heeft gedronken en rechts komt alweer een dorstige neushoorn het toneel op!
Een ander natuurspektakel is de Fish River Canyon, in de uiterste zuidhoek van Namibië, na de Grand Canyon het grootste ravijn ter wereld. De ravijn is in de loop der tijd uitgesleten door de Fish River. De steile wanden gaan hier vanaf de plateaus 500 meter loodrecht de diepte in. Samen vormen ze een geweldige sleuf van 161 km lang en 27 km, een geologisch wonder dat voor een fascinerend, veelkleurig landschap zorgt. De bizarre rotsformaties en unieke schoonheid van de wanden die de zijden van dit opzienbare ravijn insluiten, met het karakteristieke en zeer decoratieve doleriet, een basaltgesteente, zullen u versteld doen staan. De nabijheid van de rivier is ongebruikelijk en opwindend. Hij strekt zich uit over een lengte van 760 km en is de langste rivier van Namibië en een van de weinige waarin vis leeft. Ondanks het ruwe woestijnklimaat leeft in dit gebied een overvloedige landfauna. In de Fish River Conservation Area is het niet ongebruikelijk springbokken, Zuidafrikaanse antilopen en Hartman bergzebra’s tegen te komen en er leven talloze bavianen.
Swakopmund, ca. 400 km ten westen van Windhoek, gelegen aan de kust, heeft nog meer dan Windhoek duidelijke sporen van het Duitse koloniale verleden. Wiener Schnitzel, eisbein en bier staan op het menu. En in winkels wordt u door blanken eerder in het Duits aangesproken dan in het Afrikaans. Midden in de zomer is Swakopmund een geliefd vakantieoord onder de Namibiërs, omdat het er een stuk koeler is dan in het binnenland. De grote stranden zien er aanlokkelijk uit, maar deze zee, met stroming vanaf de Zuidpool, is te koud om in te zwemmen. De grote palmbomen die keurig in rijen in Swakopmund staan, zijn allemaal geïmporteerd en geplant door de Duitsers die in 1883 in het land arriveerden.
Ook Lüderitz, een stuk zuidelijker gelegen, onder de Namib woestijn, doet verbazingwekkend Duits aan. Het voormalige Duits koloniale stadje ligt ingeklemd tussen de ruige zee en de woestijn en vormt de noordgrens met het Sperrgebiet, het deel van de woestijn dat voor ongenode gasten verboden gebied is verklaard, omdat er nog altijd diamanten gevonden worden. Lüderitz is de plek waar de Duitsers Namibië binnenkwamen. In de straten zijn nog de fel gekleurde Duitse gebouwen van begin 20ste eeuw te zien. Alle originele Duitse straatnamen zijn bewaard gebleven, maar verder is er door de jaren heen veel veranderd.
Waar de tijd wel heeft stilgestaan, is Kolmanskop, 16 km landinwaarts. De diamantkoorts begon hier in 1908 waardoor het stadje vlakbij de diamantmijn verrees. Sinds 1983 is het spookstadje een toeristische attractie, waar de villa’s ‘bewoond’ worden door zandduinen.
Skeleton Park is een onderdeel van het Namib Naukluft Park. De naam ‘skelettenkust’ werd aan dit park gegeven, omdat er veel skeletten van schepen, maar ook van mensen liggen. Door de onstuimige zee zijn er vaak heel wat schepen gestrand. De opvarenden die de kust konden bereiken, dachten gered te zijn, want ze hadden immers vaste grond onder de voeten. De schipbreukelingen stierven echter allen van de dors,t want ze waren beland op één van de droogste plekken op aarde. De dichtst bijzijnde nederzetting waar drinkbaar water te vinden was, ligt een goede 200 kilometer verder.
Namibië is een zeer dunbevolkt land. Er wonen slechts ca. 2 miljoen mensen, wat gemiddeld 2,4 personen per vierkante kilometer betekent. Geen wonder dat maar weinig steden meer dan 15.000 inwoners tellen. Alleen de hoofdstad Windhoek bereikt met ca. 200.000 inwoners de zes cijfers. De meerderheid, ca. 83%, is christen. De overige 17% van de bevolking hangt voornamelijk natuurreligies aan.
Etnisch is Namibië zeer gevarieerd. Naast de Ovambo’s in het noorden, die ongeveer de helft van de bevolking uitmaken, zijn er tal van kleinere bevolkingsgroepen. Zoals de Herero’s, de Himba’s en de Damara’s. Zo veelzijdig de natuur, zo kleurrijk de mensen. De eerste sporen van mensen in het huidige Namibie gaan terug tot de steentijd. Tot de jagers/verzamelaars van die tijd behoorden volgens wetenschappers de San, ook wel bosjesmannen genoemd, en de Damara. Later kwamen de Nama, veetelers als de Herero en honkvaste Ovamboboeren. Aan het einde van de 19e eeuw kwamen missionarissen en boeren uit Europa.
Een indruk van de oorspronkelijke, traditionele levenswijze geven nu nog de Himba in het Kaokoveld in het noordwesten van Namibië. Zij worden ook wel Okermensen genoemd, een naam die ze te danken hebben aan hun gewoonte hun huid met een mengsel van ijzerhoudende aarde en geitenboter in te smeren als bescherming tegen de onbarmhartige zon en ter verhoging van de aantrekkelijkheid. Ze leven in ronde hutten van leem en mest, de zogenaamde Pontoks. Sieraden, kleren en haardracht zijn erg belangrijk voor de Himba’s, het is een deel van hun traditie. Ook jonge kinderen lopen al rond met allerlei sieraden. De verschillende sieraden worden gemaakt van schelpen, leer en koper. De sieraden geven de positie in de groep aan en in welke fase van hun leven ze zijn. Het belangrijkste sieraad voor de vrouwen is de Ohumba, een witte schelp die aan een ketting tussen hun borsten hangt.
De Himba zijn, evenals de Maasai, aangewezen op veeteelt, ofschoon hun leefgebied niet langer tegen deze levenswijze bestand is. Omdat hun maatschappelijke positie wordt bepaald door de grootte van hun kudden, neemt de veestapel in omvang toe ondanks de begrenzing van hun gebied, met het gevolg dat het land is veranderd in een overbegraasde, dorre streek. Atuu Travel heeft een prachtig (foto)boek over de Himba’s, dat u een duidelijk beeld van hun bijzondere levenswijze geeft. U kunt dit boek op uw gemak op het kantoor van Atuu Travel bekijken of eventueel lenen.
De Herero, die vroeger uiterlijk veel op de Himba leken, hebben tegenwoordig ogenschijnlijk niets meer met hen gemeen. De vrouwen kleden zich in Victoriaans aandoende gewaden, waarin soms wel 10 meter stof verwerkt is, terwijl de mannen bonte fantasie-uniformen dragen.
De blanken in het land, ca. 6% van de bevolking, zijn in meerderheid Zuid-Afrikanen. Ongeveer een kwart van hen is van oorsprong Duits. In tegenstelling tot de zwarten, van wie er velen op de vlucht voor de oorlog naar de overbevolkte steden in Zuid-Afrika zijn getrokken, leiden zij een bevoorrecht bestaan; dikwijls zijn ze eigenaars van grote veeteeltbedrijven met enorme landerijen.